Is Duhigg vrijwillig opgestapt, nam hij het zekere voor het onzekere of doorbrak hij een gewoonte ? Mogelijk komt het antwoord nog voorbij in “The Fourth Estate” (op TV). Ondertussen schrijft hij artikels voor magazines ipv het puur journalistieke werk voor The New York Times. En boeken.
Eerder (2012) verscheen van hem #ThePowerofHabit. Of sinds 2017 de “Macht der Gewoonte”.
Het boek helpt ons op weg naar de antwoorden op vragen zoals “Waarom doen we wat we doen?” en “Hoe kunnen we dat veranderen?”
Niet eenvoudig als je weet dat we 40% van wat we doen eigenlijk overlaten aan onze “automatische piloot”. Kwestie van onze breincapaciteit te sparen voor de belangrijke dingen in het leven.
Onderzoek aan de Amerikaanse Duke-universiteit kwam tot die vaststelling. Maw in al die gevallen is het zo dat zodra dat een bepaald startsignaal is gegeven – bv je rijdt naar het werk – er een volledig uitgewerkt scenario klaarstaat dat “automatisch” een reeks handelingen laat uitvoeren : de juiste route rijden, je auto parkeren, koffie pakken, de computer aanzetten, je…vul zelf maar verder in.
Het magische woord is hier ‘gewoontelus’ samengesteld uit 3 elementen die samen gewoonte bepalend zijn. Want welke routinematige handeling we ook vertonen er voltrekt zich in onze hersenen een bepaald signaal als aansporing (kijk, weer een artikel van Ruddy) gevolgd door de routinehandeling (snel openen en lezen) en afgerond door een beloning (‘Ja, weer wat bijgeleerd).
Duhigg benadrukt dat je soms ver moet zoeken maar dat elke gewoonte zo’n vast beginsignaal en een verwachte beloning heeft. En dat geldt dus zowel voor bv. nagelbijten als voor om de 5 minuten je mail checken. Niet dat gewoontes per definitie problematisch zijn. Er is ook veel wenselijk gedrag – bv. handenwassen na wc-bezoek – dat we routinematig vertonen.
Stel je voor dat je bij alles dient na te denken, dat alles een bewuste handeling zou zijn. Tijd en energie rovend. Maar goed dat ons brein erop is ingesteld herhaald gedrag zo op te slaan dat het bij het juiste signaal direct als automatisme aanspringt.
Niettemin heeft die ingebakken neiging van ons brein om herhaald gedrag tot routine te verheffen, duidelijk haar nadelen. Hersenen zien namelijk geen verschil tussen goede en slechte gewoontes.
Of je ’s avonds op de home trainer of met een pak chips voor de buis de dag afrond, beide activiteiten worden opgeslagen. Ergens diep in ons brein, ver van de plek waar het denkwerk plaatsvindt, in de basale ganglia, in de oude neurologische structuren van ons “reptielenbrein”.
Je gewoontes komen in actie zonder dat de hogere delen van de hersenen erbij betrokken raken. Met een beetje pech doen we dus gewoon door wanneer we weer iets doen wat we eigenlijk zouden laten.
Tegelijkertijd met de afstandsbediening het pak chips pakken bv. want ja zetel en TV is ….. je weet het ondertussen dat daar geen hongergevoel aan te pas komt.
En mogelijk heb je het ook wel ervaren dat als je het merkt dat je tegen de eigen voornemens in gaat, het heel wat wilskracht vraagt om het in gang gezette gedrag stop te zetten.
Het beginsignaal – tv aan – is immers gegeven, dus de hunkering naar de beloning is ontwaakt. En wie wil zichzelf nou die beloning ontzeggen?
Een ander nadeel is dat een eenmaal ingesleten gewoonte zich slecht laat verwijderen. Uit uiteenlopende hersenonderzoeken is gebleken dat oude routines kunnen blijven sluimeren in ons brein, wachtend tot ze weer worden ‘aangezet’.
Niet erg dat je na een fietsvakantie meteen met de auto verder kan of dat je na het dichtklappen van je laptop ook nog een kattebelletje met je pen kan neerschrijven. Maar met een sluimerende routine is de uitdaging veel groter voor wie al jaren niet meer rookt of geen alcohol meer drinkt.
Het is quasi onmogelijk om een gewoontelus te wissen. Maar Charles Duhigg’s boek leert ons dat veranderen wel tot de mogelijkheden behoort.
De schrijver heeft het namelijk zelf uitgeprobeerd. Een gewoonte was dat hij elke werkdag een calorierijke chocoladekoek at. De motivatie om die te veranderen haalde hij uit de kilootjes meer die zijn gewoonte hem hadden “bijgebracht”.
Hoe zat die gewoonte precies in elkaar?
Loop even mee met Charles, misschien herken je wel wat onderweg.
Rond half vier “moest” Duhigg naar de kantine beneden om een chocoladekoek te kopen.
Maar welke “trigger” was dat dan precies? Honger? Verveling? Behoefte aan een pauze? En wat was zijn beloning? De koek? De wandeling, het babbeltje met de verkoopster, de suikerstoot?
Duhigg onderzocht een serie hypotheses.
Als honger hem naar de kantine dreef, moest een van huis meegebrachte appel ook werken.
Als het om een energiedip ging, zou een extra kop koffie genoeg moeten zijn.
Maar beide bleken hem niet van de drang te verlossen naar de kantine te gaan voor zijn chocolate chip cookie.
Het was hem dus om een andere beloning te doen.
Welke dat was, ontdekte hij door verder met zijn half-vier-onrust te experimenteren.
Hij at een donut aan zijn bureau. Hij maakte een korte wandeling. Hij ging even praten met een bevriende collega.
En dat laatste had effect.
Zo wist Duhigg wat de gewoonte zo sterk maakte: zijn behoefte aan een moment afleiding.
Het ging hem niet zozeer om die zoete koek als wel om de babbel met een bekende.
Duhigg stelde al snel vast dat hij zich, als hij een leuk gesprek had gevoerd zonder de bijbehorende koek, ’s avonds een stuk prettiger voelde.
En na 6 maanden was het zijn nieuwe routine geworden; om half vier zocht hij een collega die ook zin had in een praatje. En als hij die niet vond ging hij naar de kantine, voor een kop thee.
Hij had de macht gekregen over zijn gewoonte.
Het bewust worden van het proces van de gewoontelus is een sleutel tot succes.
Het kan bv. de productiviteit op het werk verhogen en de creativiteit vergroten.
Macht der gewoonte - Charles Duhigg uitgegeven bij Ambo|Anthos. ISBN 9789026332227